Hielpijnadvies.nl
 Het adres tegen hielpijn  

Bewegingsbeperking van het bovenste spronggewricht


Om ons lichaam voorwaarts te verplaatsen tijdens het lopen, is voldoende mobiliteit in het enkelgewricht en het grote teengewricht nodig. Wanneer in deze gewrichten lenigheid ontbreekt, zal dit onherroepelijk leiden tot compensaties in bewegingen. Over het probleem van een stijf grote teengewricht, de hallux limitus of hallux rigidus, schreef ik eerder al een artikel. In dit artikel ga ik in op de gevolgen van een verminderde mobiliteit van de enkel, het bovenste spronggewricht.


Het bovenste spronggewricht


Het bovenste spronggewricht wordt gevormd door het onderbeen (bestaande uit het kuitbeen en het scheenbeen) enerzijds, en het sprongbeen (talus) anderzijds. Je kunt met dit gewricht twee bewegingen maken: een dorsaalflexie en een plantairflexie (zie video). De as waaromheen bewogen wordt, loopt door de beide uitstekende enkelknobbels, de zogenaamde laterale en mediale malleolus. De mate van lenigheid wordt bepaald door het samenspel tussen de enkelbanden, en de vorm en kwaliteit van het kraakbeen.1 Om een plantair- en dorsaalflexie te maken, hebben we een aantal spieren te beschikking, die aanhechten op het onderbeen en ergens in de voet. Een interessant detail hierbij: op het sprongbeen hechten géén spieren aan.


Een stijf enkelgewricht als risicofactor


Het enkelgewricht kan in verloop van tijd stijf raken. De belangrijkste oorzaak hiervoor is een eerder meegemaakte enkelverzwikking.2 De pijnklachten na een verstuiking gaan vaak vanzelf over, maar de daarbij ontstane bewegingsbeperking blijft in veel gevallen bestaan, zonder dat mensen het door hebben.
Een beperkte dorsaalflexie van de enkel wordt door meerdere onderzoekers gezien als een belangrijke risicofactor voor het krijgen van andere bekende voetklachten, zoals plantaire hielpijn (hielspoor)3,4, een Morton's neuralgie5, een hallux valgus6, en een achillespeesblessure7.Een soepel bewegend enkelgewricht lijkt dus van belang om verschillende voetklachten te voorkomen.


Compensaties als gevolg van een stijve enkel


Voor wandelen en hardlopen hebben we ongeveer 30º dorsaalflexie in het bovenste spronggewricht nodig.8,9 Velen van ons hebben echter veel minder beweeglijkheid in één of beide enkels. In een experiment onder 86 HAVO-leerlingen bleek de lenigste enkel 56º dorsaalflexie toe te laten, maar de stijfste enkel slechts 12º. Bij 38% van de leerlingen was er een links-rechts verschil van 4º aanwezig, en bij 40% was er zelfs een verschil van 8º tussen de linker en rechter enkel.10 Op normaal 30º is een beperking van 8º een bewegingsafname van meer dan 25%!


Compensaties bij een beperkte enkel


Afbeelding 1. Compensaties bij een beperkt enkelgewricht. Verdere verklaring in de tekst.10Een beperkte dorsaalflexie van het bovenste sprongewricht leidt tijdens de enkel rocker in de standfase van het lopen onvermijdelijk tot compensaties in het looppatroon. Riezebos geeft in zijn artikel een opsomming van de geobserveerde, onbewuste compensaties (zie afbeelding 1 hieronder ):10










Overstrekking van de knie (a)
Vervroegd optillen van de hiel (b)
Verkleinen van de staplengte (de aansluitpas) (c)
Salutation (d): dit is het naar voren bewegen van de romp, vaak in combinatie met overstrekking van de knie
Endorotatie (binnenwaartse rotatie) van de heup, met over de buitenrand afwikkelen van de voet (e)
Exorotatie (buitenwaartse rotatie) van de heup, met over de binnenkant van de voet afwikkelen (f)


De mate waarin het enkelgewricht verstijfd is, bepaalt mede welke compensatiestrategie iemand onbewust kiest.
Compensaties en klachten


Zoals we zagen, is een beperkt beweeglijk bovenste spronggewricht een risicofactor voor meerdere bekende klachtenbeelden. De reden dat de ene persoon met een stijve enkel last krijgt van zijn hiel, en de ander voorvoetklachten (metatarsalgie) ontwikkelt, heeft o.a. te maken met welke compensatiestrategie iemand kiest.
Zo kan het zijn dat mensen die 'kiezen' om de heup meer naar binnen te draaien (e), en zo over de buitenste voetrand afwikkelen, pijnklachten krijgen onder die buitenrand van de voet.


Iemand die de heup juist meer naar buiten draait en over de binnenkant afwikkelt (f), zal als gevolg daarvan de voet meer proneren (platter neerzetten). Hiervoor een steunzool of een antipronatieschoen geven, zou een grote kunstfout zijn. Dit hulpmiddel maakt het de persoon juist nóg lastiger om te compenseren voor de beperkte enkel. Een steunzool doet dan ook niks aan de oorzaak (de beperkte enkel) maar aan het gevolg (de compensatie).
Beide compensaties kunnen leiden tot pijn rond het heupgewricht en/of het SI-gewricht.


Salutation (d) kan leiden tot pijn in de rug, overstrekking van de knie (a) kan uiteraard leiden tot kniepijn, en een vervroegd optrekken van de hiel (b) vraagt meer activiteit van de kuitspieren, met overbelastingsklachten van deze spier als gevolg. Ook zal deze laatste compensatiestrategie meer en langer druk veroorzaken onder de voorvoet, wat uiteindelijk pijn kan gaan doen. De medische verzamelterm voor voorvoetpijn is metatarsalgie.

Bron: de gangmakerij


Link naar origineel artikel/blog  :  https://degangmakerij.nl/blog/bewegingsbeperking-van-het-bovenste-spronggewricht-b24

 
 
 
E-mailen
Bellen